Diameter: 51.118 km

Massa: 14.54 * Aarde

Gemiddelde dichtheid: 1271 kg/m^3

Zwaartekracht: 8.68 m/s^2

Kleinste afstand tot de Zon: 2.740 miljoen km

Grootste afstand tot de Zon: 3.009 miljoen km

Gemiddelde afstand tot de Zon: 2.872 miljoen km

Kortste afstand tot de Aarde: 2.543 miljoen km

Omlooptijd om de Zon: 84 jaar 8 dagen

Omwentelingssnelheid: 17 uur 14 min 24 sec

Aantal manen: 15

 

Op bijna 3 miljard kilometer afstand van de Zon staat de in 1781 door Wiliam Herschel, met behulp van een 16 cm spiegeltelescoop, ontdekte planeet Uranus. De afstand Zon-Uranus klopt bijna exact met de regel van Titius-Bode. Door een kleine kijker ziet Uranus eruit als een blauwgroen schijfje. Met krachtiger telescopen zijn er 5 maantjes rondom Uranus ontdekt. Het baanvlak van deze maantjes staat bijna loodrecht op het baanvlak van Uranus wat betekent dat de planeet in zijn omloop rond de Zon op zijn kant ligt met de polen in het baanvlak. Door zijn grote afstand tot de Zon bedraagt de oppervlaktetemperatuur ongeveer -215°C. De blauwgroene kleur wordt veroorzaakt door grote hoeveelheden methaan in de atmosfeer.

In een poging om wat exacte gegevens over de afmetingen van de planeet te verkrijgen, heeft men in 1977 de bedekking van een ster door de planeet geobserveerd. Tot verbazing van de astronomen werd de ster vijf keer verduisterd voor de eigenlijke bedekking door de planeetschijf van Uranus, waarna aan de andere kant het zich weer herhaalde. Dit wees op het bestaan van ringen rond Uranus.

 

Uranus in echte- en valse kleuren

 

In januari 1986 werd Uranus voorbijgevlogen door de Amerikaanse ruimtesonde Voyager-2. Deze Voyager ontdekte de wolkenbanden op de planeet, evenals afzonderlijke vlekken die op enorme stormgebieden lijken. Het zichtbare oppervlak vertoonde minder details dan dat van Jupiter en Saturnus. De Voyager ontdekte ook nieuwe ringen en bracht het aantal maantjes op vijftien. De grootste maan (Belinda) heeft een diameter van 150 km en vertoont een grote inslagkrater.

 

Uranus met ring - gezien door de Hubble-telescoop

 

De andere hebben een diameter van 30 tot 110 km en waren te klein om oppervlaktedetails te vertonen. Nog meer naar buiten toe bevinden zich de vijf grote, allang bekende manen van Uranus. In volgorde vanaf de planeet zijn dit Miranda, Ariël, Umbriël, Titania en Oberon. Hun diameters liggen tussen de 500 en 1600 km. De manen vertonen een grote verscheidenheid aan terreinsoorten, met bergen, dalen, breuken en uitvloeiingspatronen. Dit wijst erop dat ze een periode van ingrijpende veranderingen en interne activiteit moeten hebben doorgemaakt.

 

Uranusmaan Miranda